Afgelopen zaterdag ging ik tussen twee onweersbuien door even naar de tuin. Om de schade op te nemen en iets nuttigs te doen: prei planten.
Eén van de kolentunnels is inmiddels leeg en de grond is afgelopen week verrijkt met compost. Als ik de klamboe eraf haal kijk ik nog even naar de lucht. In de verte zie ik de bui aankomen die buienradar had voorspeld. Maar wat zou het fijn zijn om “prei planten” eindelijk op mijn lijstje af te vinken dus ik ga toch aan de slag.
De baby preitjes die de afgelopen winter weer en wind trotseerden zijn in het voorjaar allemaal gesneuveld door de preimineervlieg. De preitjes zagen er ineens heel rommelig uit, alsof moeder natuur er een knoop in had gelegd. Bij inspectie van de prei kwam ik witte larven en bruine poppen tegen. Náást die preitjes had ik mijn in februari gezaaide prei gezet dus ik vreesde voor hun leven.
Om ze te pamperen kregen ze stro rond hun voetjes en de aangetaste babypreitjes verdwenen in de kliko. De vluchtperiode van de preimineervlieg was inmiddels voorbij. Zo kwam het dat mijn zo gekoesterde preitjes het overleefden zonder aantasting en ze mogen nu de grond in.
De grond wordt nog even doorgeharkt, is lekker los geworden door de regen die vanmorgen is gevallen. Ik span een draad om rechte lijntjes te maken en zoek in de schuur naar een lange stok. Mijn oog valt op de parasolstokken die ik van een buurman heb gekregen. Met de stok maak ik om de vijftien centimeter gaten in de grond. Waar mollengangen zitten schiet hij verder de grond in. Daar heeft de prei in ieder geval de mogelijkheid lekker diep te wortelen 😉
De onweersbui komt dichterbij als ik de prei uit de grond haal. De wortels worden schoon gewassen in de regenton. Ik knip een deel van de wortels af en een derde van het blad. Daarna stop ik in ieder gat een plantje. In de verte klinkt onweer. Ik haast me om de klus te klaren. Er blijven nog wat preitjes over, ze kunnen bewaard worden in een pot met water. Als ik de klamboe over de prei aanbreng vallen de eerste druppels en ik haast me naar huis. Eenmaal thuis begint het pas echt hard te regenen. De gaten van de prei zullen nu snel dicht regenen.
Tips voor het planten van prei
- Verrijk de grond met compost en koemestkorrels. Prei houdt van stikstofrijke voeding.
- Maak gaten om de 15 centimeter, ongeveer 15 centimeter diep en 40 centimeter tussen de rijen.
- Prei plant je als ze de dikte hebben van een potlood. Maar bij mij gaan ze ook gewoon met bieslookdikte de grond in. Ze kunnen dan wel minder tegenslagen verwerken (droogte/ warmte) dus hou hier rekening mee.
- Knip één derde van het blad en de wortels.
- Prei plant je niet, die stop je in een gat 😉 . Dat wil zeggen dat je ze in de grond stopt maar het gat niet dicht maakt. Door direct na het planten water te geven slibt het gat dicht. Of plant ze kort voor een regenbui.
- Dek de planten af met een klamboe tegen de preimineervlieg die van eind augustus tot eind oktober eitjes legt op de bladeren van de prei. De larven eten zich vol in de prei, verpoppen zich en overwinteren in de prei of composthoop. In maart/april begint de hele cyclus opnieuw.
Meer info over de preimineervlieg vindt je op Sjef’s tuin.