In november 2016 hadden we twee kippen: zwarte en bruine. In die tijd deden we nog niet aan namen geven. In alle boekjes staat dat je dat niet moet doen omdat je dan sneller gehecht raakt aan een kip. Dus onze kippen heetten witte, zwarte en bruine 🙂 Witte ging dood, bruine en zwarte bleven over. Maar als er één van beiden broeds was zaten ze allebei wekenlang alleen…
Na een uitgebreide verbouwing van het kippenhok kwamen er twee kipjes bij: Leentje en Saté. Leentje werd vernoemd naar de verkoper. Saté werd vernoemd naar.. nou ja, dat is wel duidelijk 😉
Het waren lieve kippen, sociaal en aanhankelijk. Rustig, zoals Amrocks bekend staan. Ze lieten zwarte de baas spelen en accepteerden makkelijk dat ze lager in de pikorde stonden. Altijd waren ze samen. Toen ging bruine plotseling dood en een paar maanden later zwarte. Ineens waren ze met z’n tweetjes over. Er ging een wereld voor ze open toen ze de tuin in mochten. Urenlang konden ze zich vermaken, zoekend naar beestjes, drinken uit de vijver of al springend muggen vangen in de lucht. Wat waren ze gelukkig als ze in de tuin mochten. Ze waren echte BFF’s, altijd harmonie in het hok. Ze misten de krengige zwarte niet, dat was duidelijk.
Saté was vaak broeds en dan zat Leentje moederziel alleen. Saté natuurlijk ook maar haar hormonen vertelden haar dat ze dit moest doen, zij had geen last van eenzaamheid, ze kreeg immers kinderen… dacht ze. Geen haan, geen kids.
Voor Leentje namen we nieuwe kippen en na wat strubbelingen kregen we uiteindelijk Dopey, Happy en Sientje. En toen begon het gedonder. Sientje bleek een bitchie kipje en ineens liet Leentje zich van een heel andere kant zien. Ze nam Happy onder haar hoede. Leentje, die nooit broeds was geweest, werd ineens een moeder voor Happy die vaak achterna gezeten werd door Sientje. Zo erg dat Happy niet meer aan eten toe kwam, er werd voortdurend op haar gejaagd en Leentje gaf haar de bescherming die ze nodig had.
Langzaamaan regeerde Leentje de hele club. Hier en daar deelde ze een pik uit als het niet ging zoals zij wilde, ze zorgde voor Happy en leerde de onhandige Dopey hoe ze moest eten en de rest… accepteerde haar als hoofd van de pikorde. Sientje had ontzag voor haar, zou nooit als eerste eten als Leentje en Saté in de buurt waren want dan werd ze even op haar plaats gezet, soms subtiel maar meestal heel duidelijk. De dames Amrock lieten niet met zich sollen. Mooi om te zien dat een kip zich zo ontwikkelt in zijn leven.
Een maand geleden werd Leentje ineens ziek. Ze zat maar een beetje in een hoekje, at en dronk wel maar had geen plezier meer in haar leven. Ondanks dat zorgde ze nog voor Happy en bleef de rest van “the gang” haar met respect behandelen. Maar ze veranderde, ik zag het aan kleine dingetjes. Als ik eten gaf at ze anders altijd als eerste op de plaats waar het eten lag. Nu gedroeg ze zich als een ziek dier, ze pakte het eten en liep er mee weg om het daar vervolgens op te eten.
Ik heb de afgelopen weken heel veel geprobeerd, gaf haar lekkere extraatjes, vitaminen en medicijnen tegen snotziekte omdat ze licht kortademig was. Maar het mocht niet baten. Zondag ging ze steeds meer achteruit. In de tuin kroop ze weg onder de bosjes en ze at bijna niet meer. ’s Avonds kon ze de trap niet meer op.
Maandagmiddag kreeg ik een apje van A3 dat het heel slecht met haar ging. Eenmaal thuis ben ik maar bij haar gaan zitten en is ze uiteindelijk overleden. Leentje, mijn mooie kipje.