Dit wordt een lange moestuinblog. Dus ga d’r maar eens lekker voor zitten.
Door het vele werk in de tuin is er weinig tijd om te schrijven. Maar dat wil niet zeggen dat er niets te melden is, integendeel.
Dagelijks werk ik in de tuin. Omdat er ook al geoogst wordt gaat de druk van de tuin omhoog, want ook het onkruid wieden, schoffelen, opbinden, water geven, verpotten, bemesten en zaaien gaat gewoon door. En natuurlijk het fotograferen niet te vergeten. Regelmatig vergeet ik de tijd doordat ik bijvoorbeeld een aardbei van zijn mooiste kant op de foto wil zetten, met het mooiste licht op het juiste moment vastgelegd.
Een paar weken geleden kocht ik een oreganoplantje. Het plantje was amper geplant of de slakken hadden haar al gevonden. Lekkere malse blaadjes. Het duurde even voordat ik hun schuilplaats had gevonden maar uiteindelijk is dat toch gelukt: onder de tijm. Een halve familie. Inmiddels wonen ze ergens anders, haha.
De aardbeienoogst is bijna klaar. Wat hebben we genoten van deze zomerse weelde. Dagelijks aardbeien op je bord, wat een luxe is dat. Kilo’s liggen in de vriezer, daar kunnen we de komende winter van genieten. Altijd lekker voor een taart of over de vla of yoghurt.
Eind deze week gaan de netten van de aardbeienveldjes af. Eigenlijk heb ik een hekel aan die netten, het is niet bepaald een mooi gezicht. Maar om te voorkomen dat de vogels er met de oogst vandoor gaan kan dit niet anders.
Er wordt al veel geoogst. We eten al rucola, snijsla, kropsla rollo rossa, aardbeien, rode bessen, radijs en peultjes.
Peultjes heb ik 2 jaar niet geteeld. De laatste keer ben ik daar namelijk flink ziek van geweest. Maar in maart besloten dat ik ze toch weer graag in de moestuin wilde hebben. Ze zijn zó lekker. En afgelopen zaterdag was het zover hoor, we hadden genoeg peultjes voor een maaltijd. Lekker roerbakken in de wok met kokosolie en een beetje peper erover.. heerlijk. Onder het eten nog grappen gemaakt over 2 jaar geleden…. dat had ik niet moeten doen. Binnen 2 uur lag ik op bed, en met tussenpozen voor de toiletpot, met mijn hoofd erin wel te verstaan. Geen idee hoe, wat en waarom maar je snapt wel dat die peultjes richting composthoop gingen, met plant en al. Mijn maag is er blijkbaar niet meer tegen bestand.
De aardappelen gaan ook goed. Door de droogte is hier en daar de grond gebarsten, en zijn er een paar boven de grond gekomen. Ze waren al groter dan ik had verwacht, ik had geen hoge verwachtingen. Omdat het vroegafrijpende rassen zijn moeten ze 80-100 dagen in de grond blijven. Ze zijn gepoot op 7 april, dus oogstbaar tussen 25 juni en 15 juli. Ik hoop dat ze 15 juli halen, hoorde gisteren dat er al phythophtora is gespot bij tuinbuurmannen dus de spannende weken van aardappelstress zijn voor mij weer aangebroken 😉 Dagelijks kijken of ze het nog naar hun zin hebben en bepalen wat te doen, rooien of niet.
Ook was het tijd om de composthopen te keren. Ik heb gesloten compostvaten. Om het composteringsproces te bevorderen moet je om de 6 weken meer lucht toevoegen. Ik doe dit door met kracht een riek erin te stampen zodat deze goed diep in de hoop komt en daarna flink heen en weer te halen of te draaien. Daardoor krijg je meer lucht wat het proces versneld. Als je dit niet doet klinkt de inhoud teveel in en krijg je geen goede compost of duurt het proces langer.
In één van de compostvaten was de compost al bijna klaar. Dit houdt in> goed verteerde compost zonder wormen of andere beestjes. Er zaten nog wat wormen in maar niet veel meer. Daarom de hele inhoud overgeheveld naar een ander vat dat ook bijna klaar was zodat het daar nog iets verder kan composteren. Maar ik ga er ook al van gebruiken omdat het toch bijna klaar is. De grove stukken zeef ik eruit, het zal nog wel een jaar duren voordat deze verteerd zijn. In het lege vat start ik een nieuwe hoop. Met een beetje geluk is deze ook eind november nog klaar.
Ik trof ook nog wat anders aan in de compost…. wat het is? Ik vroeg het aan een net passerende tuinbuurman. Hij dacht dat het een muis was. “Zou hij het overleven als ik hem terug leg” vroeg ik hem. Hij dacht van niet, en ik eerlijk gezegd ook. Hij kon nog niet lopen, lag zwaar te ademen. “Maar eigenlijk moet je dat ook niet willen” ging hij verder, “want muizen wil je niet in je moestuin hebben”. Ik slikte even maar hij had gelijk. Wat moet ik er dan mee doen? “Ik zou zeggen een klap er op” zei hij…. Shit… daar ben ik niet zo van. Ik heb een paar jaar geleden een nog levende mol in mijn klemmen gevonden, dat blijft toch een beetje knagen aan mijn geweten.
“Ach” zei de tuinbuurman, “je kan hem ook laten doen, dan gaat hij waarschijnlijk vanzelf dood”…. zucht….. nooit gedacht dat je in een moestuin zulke keuzes moest maken. Ik dacht dat het alleen maar leuk was, beetje plantjes planten enzo.
Om een lang verhaal wat in te korten… ik heb hem laten leven en onderin de composthoop laten liggen. Beetje toegedekt met compost. Volgend jaar knaagt ie misschien wel aan mijn groente. Heb nog wel even onder de bodem van het compostvat gekeken in de verwachting daar de rest van het nest te zien, maar geen muis te bekennen. Of deze muis nu was achtergelaten omdat hij de kleinste uit het nest was? We zullen het nooit weten.
Een paar dagen later hoorde ik bij aankomst op de moestuin gepiep. Kijkend over de omheining verwachtte ik een stelletje koolmezen, maar voordat ik er erg in had renden er 2 muizen achter elkaar tussen mijn benen door.. het moet niet gekker worden.
Wat zou jij doen met muizen in de moestuin? Reacties zijn welkom onder deze blogpost!
Tot slot een foto van de vijver. Ik zit heel graag aan de rand van de vijver, met mijn fototoestel uiteraard. Soms eet ik er een broodje of zomaar tijdens het thee drinken. Vissen, salamanders, kikkers, padden, waterschaatsers, libelles, mussen die libelles vangen en voor je neus opeten. Ik heb helemaal geen mindfulness nodig, alleen maar die vijver.