Tomaten kweken. Deel 3

Mijn tomatenplanten zijn goed gegroeid en inmiddels een paar keer gediefd. Maar wat is dieven eigenlijk? In dit blog geef ik tips voor de verzorging van tomaten nadat ze geplant zijn. Tomatenteelt is niet moeilijk maar er zijn toch een paar dingen die je moet weten om eind van de zomer die prachtige tomaten te kunnen oogsten. Mocht je de vorige blogs gemist hebben, lees dan nog even deel 1 en deel 2.

Dieven

Dieven zijn okselscheuten die groeien tussen de stengel en het blad. Deze dieven worden weer nieuwe stengels als je hier niets aan doet en daarom moeten ze verwijderd worden. Ze vergen veel energie van de plant die ze beter kan steken in de vorming van nieuwe bloemen.

Om het overzicht te houden is het handig om 2x per week te dieven. Haal de dieven zo klein mogelijk weg om grote wonden te voorkomen. Dit zijn namelijk kwetsbare plekken waar schimmels kunnen toeslaan. Let wel goed op of je echt een dief weg haalt en niet per ongeluk een nieuw te vormen tomatentrosje. Struikplanten hoef je overigens niet te dieven.

De dief op de onderstaande foto is 10 centimeter groot. Je kan ze beter verwijderen als ze kleiner zijn. Op de eerste foto zie je de dief duidelijk zitten, op de tweede foto verwijder ik de dief en op de derde foto is hij weggehaald.

Stekken

De dieven kan je laten wortelen in een glas water. Ze groeien dan weer uit tot een nieuwe tomatenplant. Ideaal als er tijdens het zaaien iets mis is gegaan en je geen nieuw zaad meer hebt of planten verloren zijn gegaan ten gevolge van schade. Zo’n nieuwe plant heeft wel minder tijd om te volgroeien omdat het teeltseizoen al loopt, maar je zou ze dan na bijvoorbeeld het 2e trosje kunnen toppen om er voor te zorgen dat de vruchten nog kunnen rijpen voor het einde van het teeltseizoen.

Bevruchting

De bloemen van een tomaat zijn zelfbestuivend. In de kas kan dit echter een probleem zijn, aangezien er geen wind is en er geen insecten zijn om te helpen bij de bestuiving. Bovendien kan het in de kas erg warm worden wat de bestuiving bemoeilijkt. Daarom moeten de planten getikt of getrild worden. Tik dagelijks gedurende 2 seconden tegen de stok van de plant zodat de plant bestoven wordt. Het meest ideale tijdstip hiervoor is rond het middaguur. De temperatuur in de kas is dan nog niet zo hoog. Bij buitenteelt is dit niet nodig, wind en insecten zullen zorgen voor bestuiving.

Opbinden

De tomatenplant klimt niet uit zichzelf langs de stok naar boven, hiervoor is hulp nodig. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld met klemmetjes, sisaltouw of binddraad. In plaats van een stok kan je ook een spiraal gebruiken waarbij je de plant als het ware rond de spiraal slingert. Je kan ze ook langs een touw laten groeien dat aan de bovenkant is vastgebonden aan de kas en aan de onderkant is het plantgat is gestopt. De plant wordt dan net als bij de spiraal rond het touw gedraaid. Zet bij buitenteelt de stokken diep in de grond om te voorkomen dat ze bij een zomerstorm afbreken.

Tip> pas op dat het bindmateriaal niet te strak zit anders beschadigd het bindmateriaal de stam als deze dikker wordt tijdens de groei. Dit belemmert de groei en stevigheid van de stam. Bevestig het losjes en controleer het regelmatig.

Water geven

Tijdens de groeiperiode hebben tomaten regelmatig water nodig. Afhankelijk van de temperatuur in de kas geef ik ze 2x per week water. Als de tomaten gaan kleuren bouw ik de watergift af naar 1x per week of minder. Bij onregelmatige watergift of teveel water kunnen de vruchten barsten. In de kas kan je dit doseren maar bij buitenteelt niet. De tomaat herstelt de barsten zelf als een wond die gedicht wordt maar ze zien er minder mooi uit. Bovendien bestaat de kans op vliegjes als de tomaat gebarsten is.

Blad plukken

Als de tomaten gaan kleuren hebben ze veel zonlicht nodig om het proces te bevorderen. Dit wordt verhinderd door de bladeren. Daarom is het handig vanaf augustus blad weg te halen, vooral als de vruchten gaan rijpen. Haal niet te veel blad weg, de plant heeft dit immers ook nodig voor de fotosynthese om zichzelf van voeding te voorzien. Pluk dus niet te vroeg het blad weg.

Toppen

Sommige tomatensoorten kunnen wel 3 meter hoog worden als je ze laat groeien. De vruchten zullen in ons klimaat nooit rijpen als ze laat in de zomer gevormd worden. Daarom toppen we de planten half augustus. De plant stopt dan met groeien en steekt zijn energie in het rijpen van de vruchten. Er zijn ook zelftoppende tomaten, deze worden 1 tot anderhalve meter hoog. Zelftoppen zien we vooral bij vleestomaten.

Bemesten

Tomaten hebben veel voeding nodig. Tijdens de groei van de planten geef ik stikstofrijke brandnetelgier. Naarmate de teelt vordert wordt dit afgebouwd en geef ik voor steviger vruchten kaliumrijke mest in de vorm van hout-as. Je kan ook kiezen voor vloeibare voeding.

Schimmels

Er zijn flink wat schimmels die je planten kunnen belagen. Vaak hangen plagen samen met een natte zomer. De belangrijkste schimmel is de phythopthora.

Phythopthora wordt ook wel de aardappelziekte genoemd, of “het kwaad”, zoals sommige tuinbuurmannen hier zeggen. Tomaten en aardappelen behoren allebei tot de nachtschadefamilie en zijn dus bevattelijk voor dezelfde ziekte. Ideale groeiomstandigheden zijn warm en broeierig weer afgewisseld met regen. Het begint met bruine vlekken op de bladeren, daarna op de steel en vruchten. In korte tijd verwoest de schimmel je hele plant. Doordat het zich verplaatst door de lucht tast het ook de planten van je buurman en de rest van het volkstuincomplex aan.

20190612_195219

Hoe verklein je de kans op phythopthora?

  • Geef tomaten bescherming tegen regen door ze in de kas te zetten of maak een afdakje.
  • Zorg dat er geen blad op de grond hangt. Ze blijven langer nat en hebben ook last van opspattend water.
  • Zet tomaten niet naast aardappels.
  • Ventileer de kas dag en nacht bij warm weer.
  • Loop niet tussen natte planten om te voorkomen dat je zelf de schimmels verplaatst.
  • Dief alleen bij droog weer. Zorg dat de dieven niet te groot worden. Hoe groter de wond hoe meer kans dat schimmels daar de plant aantasten. Dief met de hand of ontsmet de snoeischaar na gebruik. Of hou één snoeischaar voor de tomaten.
  • Plant de tomaten niet op een beschutte plaats maar op een plaats waar de wind door het gewas kan waaien. De planten zullen dan sneller opdrogen na een regenbui. Zet ze niet te dicht op elkaar.
  • Haal aangetaste bladeren en vruchten gelijk weg. Zijn er teveel delen van de plant aangetast? Haal de plant direct uit de grond en neem de plantenresten mee voor de kliko. Dus niet op de composthoop gooien. De schimmels zouden daar kunnen overleven en volgend jaar je tuin weer besmetten.
  • Zet tomatenplanten in potten op een droge plaats tijdens een regenachtige periode.
tomaten kweken
Tomaat Tigerella, zomer 2018.

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s