Muismeloen kweken

Het lukte de afgelopen jaren maar niet om muismeloen te kweken. Dat lag voor een deel aan mezelf. De plant ging te klein naar buiten of leed aan zonnebrand in het warme voorjaar. Eén jaar groeide de plant redelijk en schonk hij me één muismeloen. Eén! Tssss….

Wat is muismeloen?

Muismeloen of Cucamelon is een klein vruchtje ter grootte van een vingerkootje. De naam doet vermoeden dat ze smaken naar meloen maar dat is niet zo. Ze zien eruit als een klein meloentje maar smaken naar komkommer met een lichte citroensmaak.

Plan van aanpak muismeloen

Wijs geworden door alle mislukkingen pakte ik het dit jaar beter aan. Met de tuinboeken erbij ging ik aan de slag en maakte een plan van aanpak. Behalve vroeger zaaien gaf ik de jonge planten aan het begin van het groeiseizoen een andere standplaats, namelijk in de kas. Waarom? Voorgaande jaren ging het vaak mis bij het afharden. De planten zijn heel teer en verbranden snel. Door ze langzaam aan zonlicht te laten wennen en ze lang in de kas te houden zijn ze sneller gewend aan felle zon, zonder te verbranden.

Muismeloen in pot

Vanaf april gingen de planten naar de kas, waar ik ze eerst in de schaduw zette. Toen ze eenmaal groot genoeg waren gingen ze in een grote pot en bleven ze tot begin juni in de kas staan. Daarna gingen ze naar buiten waar de planten nu enorm goed groeien en een prima oogst geven.

Wortelstek muismeloen bewaren

Ergens las ik dat je de wortel van de muismeloen kan laten overwinteren op een vorstvrije plaats. Dit probeerde ik vorig jaar ook, want als je het jaar daarop vroeg kan uitplanten zonder te zaaien heeft de plant gelijk een flinke voorsprong. Helaas is mijn wortelstek afgelopen winter bevroren in het tuinhuis, ondanks dat ik hem had toegedekt met een dekentje. Helaas was dat geen succes. Dit jaar probeer ik dit op een andere manier, bijvoorbeeld op een koele plek in huis.

Tips voor het kweken van muismeloen

• Zaai zo vroeg mogelijk binnen voor (februari/maart).
• Niet te diep zaaien want de zaadjes zijn minuscuul klein (vorig jaar kwam de helft niet op).
• Eén zaadje per potje zodat ze niet verspeend hoeven te worden, de wortels zijn heel teer.
• Na het zaaien de grond vochtig houden door een zak over de potjes te doen.
• Zo lang mogelijk binnen verzorgen en na acht weken bemesten omdat de potgrond dan geen voeding meer levert.
• Afharden in de kas of platte bak, pas daarna buiten afharden.
• Uitplanten met een flinke compostgift.
• Zonnige standplaats of half zonnig.
• Klimrek of gaas om tegenaan te groeien.
• In een droge periode regelmatig water geven.
• Tijdens het groeiseizoen extra bemesten met houtas en brandnetelgier.
• Regelmatig oogsten.
• Aan het einde van de zomer de wortel opgraven en bewaren op een vorstvrije plaats.